zondag, 16 nov.'08

Uit de brief van Paulus aan de Tessalonicenzen
5, 4-6

Broeders en zusters,
u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, want u bent allen kinderen van het licht
en van de dag.
Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Dit herinnert mij aan de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden, de dwazen die gingen slapen en hun lampen lieten uitdoven en de wijzen die ze brandend hielden. Laten wij inderdaad niet slapen, want dat kan onze ondergang betekenen.

Anoniem zei

Mij doet deze test denken aan de uitnodiging om voordurend te bidden zonder ophouden dag en nacht,dwz;onze levenshouding steeds gericht houden op de eer en glorie van God en het vuur van onze liefde brandend houden door trouw te zijn aan onze gebedsoefeningen stil gebed,en liefde tot onszelf en de naaste en niets boven God.